Een goed diagnostisch onderzoek

EEN GOED DIAGNOSTISCH ONDERZOEK


Het stellen van de diagnose ADHD moet volgens (inter)nationale richtlijnen gebeuren via een specifieke evaluatie door een deskundige of multidisciplinair deskundigenteam van de tweede of derde lijn.6

  • Multidisciplinair wil zeggen dat er meerdere hulpverleners met een andere specialisatie betrokken zijn bij de diagnose. 
  • Een basishulpverlener kan geen diagnose ADHD stellen
  • Je kan deze diagnose ook niet stellen op basis van één vragenlijst, gedragsschaal of gedragsobservatie.2

In dit multidisciplinair onderzoek wordt rekening gehouden met:

  • een volledige medische, klinische, psychosociale en cultuur-sensitieve evaluatie waarin aandacht besteed wordt aan het gedrag, de hinder en persistentie ervan in de diverse levensdomeinen en settings1,2,3,5,10.
    • Richtinggevende vragen:
      • Welk gedrag vertoont je kind?
      • Hoeveel hinder heeft het kind daar zelf van?
      • Hoeveel hinder heeft de omgeving hier van?
      • Is dit gedrag nieuw of bestaat het al langere tijd (eventueel onder andere vormen)?
      • Waar komt dit gedrag voor vb. op school, thuis, in de jeugdbeweging, …?
  • de familiale en ontwikkelingsgeschiedenis van betrokkene2,3,5
  • observatierapportage van psychische status2,3,5
  • inventarisatie en oppuntstelling van noden, geassocieerde problemen, contextuele factoren (gezin, sociaal, leren) en lichamelijke gezondheid2,3,5
  • de visie van de betrokkene (ook van kind of adolescent)2,3,5
  • alternatieve verklaringen voor het gestelde gedrag1,3

Een uitgebreid onderzoek zal waarschijnlijk bestaan uit volgende onderdelen:

  1. Een goed en gedetailleerd interview met de ouders en het kind – bijvoorbeeld de PICS-4 of de K-DBDS9    
  2. Het invullen en berekenen van de score van gedragsvragenlijsten die door de ouders worden ingevuld
  3. Een gesprek met de leerkracht(en) van het kind, mogelijk ook in de vorm van een interview zoals de TTI-41,9
  4. Het invullen van gelijksoortige gedragsvragenlijsten door de leerkracht(en)
  5. Een medisch onderzoek (indien noodzakelijk, om andere aandoeningen uit te sluiten)10
  6. Om een zo objectief beeld te krijgen, kan deze informatie aangevuld worden door andere materialen zoals beeldopnames uit de (vroege) kindertijd, boekje van kind en gezin, rapporten, klasobservatie, …


Na het diagnostisch proces volgt een diagnostisch verslag.

  • In een diagnostisch verslag staat de diagnose vermeld met het specifieke beeld en de actuele ernst: licht, matig of ernstig.
  • Specifiek beeld:
    • ADHD met overwegend onoplettende presentatie
    • ADHD met overwegend hyperactief-impulsieve presentatie
    • ADHD met gecombineerde presentatie
  • Bij het geven van het diagnostisch verslag hoort ook een eerste evidence based psycho-educatie10. Het is belangrijk dat je als ouder begrijpt wat deze diagnose wil zeggen en hoe deze specifieke aandoening er in de praktijk uitziet voor je kind. Er wordt ook aangeraden om dit standaard aan te bieden voor de betrokken jongere zelf en eventuele leerkracht (indien deze al betrokken is).9
  • Een goede hulpverlener zal ook een aanzet tot behandeling formuleren.
    • Met andere woorden:
      • Wat zijn de volgende stappen die gezet kunnen worden?
      • Wat zijn de voor- en nadelen ervan?
      • Waar kan je daarvoor terecht?
      • De behandeling kan zeer verschillend zijn op verschillende tijdstippen in het leven van een kind.
      • Onthoud hierbij dat jij als ouder steeds kan beslissen om een bepaalde stap wel of niet te zetten, om aan te geven dat je meer hulp wenst of niet!
  • De jongere, de ouder(s) en de hulpverlener komen in onderling overleg tot een gedeeld behandelplan.