Spel en emotionele ontwikkeling

  1. Woede-uitbarstingen, verdriet, frustraties, zelfregulatie
  2. Tics, epilepsie, dwang, angst, depressieve klachten
  3. Spel en fantasie: Variatie in spel, imitatiespel, symbolisch spel, teveel/te weinig fantasie, interesses, samenspel/alleen

Indien er aanwijzingen zijn voor moeilijkheden in de spel en emotionele ontwikkeling kunnen volgende zaken overlopen worden, anders ga naar ingrijpende gebeurtenissen.

Wat was voor uw kind van toepassing? (meerdere antwoorden mogelijk).

    • Ging op onderzoek uit  
    • Kon op gepaste wijze omgaan met speelgoed
    • Had een voorkeur voor spelen met een bepaald speelgoed
    • Wilde steeds bepaalde voorwerpen bij zich houden
    • Had een sterke voorkeur voor  bepaalde voorwerpen of onderwerpen
    • Er was sprake van afwisseling in het spel
    • Was geïnteresseerd in mechanische apparaten
    • Kon langdurig opgaan in een activiteit of een spel
    • Was detailgericht bezig met speelgoed
    • Veel herhaling in het spel
    • Maakte spullen kapot
    • Kon opvallend lang door spelen
    • Er was sprake van fantasiespel (doen alsof), bij het alleen spelen
    • Kon improviseren tijdens het spel
    • Gebruikte in het spel voorwerpen alsof ze iets anders voorstellen
    • Kon zich goed alleen bezighouden (alleen spellen)
    • Kon uit zichzelf iets nieuws verzinnen of bedenken (creatief bezig)
    • Ervoer de fantasiewereld als echt
    • Was in staat fantasie en werkelijkheid te onderscheiden
    • Liet andere kinderen niet toe in het spel
    • Nam zelf initiatief naar anderen toe
    • Er was sprake van fantasiespel (doen alsof), samen met anderen